Horizontaal denkvermogen is meer dan ooit gevraagd…

Horizontaal denkvermogen is meer dan ooit gevraagd… 

Hoe kijk ik als lector aan tegen de scripties van HBO-studenten? Wat zijn criteria voor goede stukken en kwaliteit? Laat de student horizontaal denkvermogen zien? Snapt de student echt wat hij wil en zie ik hem dat doen?

 

‘Sinds najaar 2011 ben ik vanuit het lectoraat Digital World Hogeschool Inholland betrokken geraakt bij het begeleiden en reviewen van afstudeerscripties bij verschillende opleidingen binnen Hogeschool Inholland. Ik vond die uitnodiging erg leuk en doe dit werk graag. Om het wat mij betreft in de context van mijn onderwijservaring te plaatsen, ik geef les sinds 1978 in de verschillende domeinen van onderwijs. Deze vraag past daar bij.

Deze betrokkenheid bij scripties krijgt vorm in twee momenten. Het eerste moment is het zgn. intake gesprek. Het tweede moment is mijn advies aan de examinatoren of een scriptie ‘rijp’ is voor verdediging.

Na het reviewen van enige honderden scripties en vele intake gesprekken deel ik hier mijn inzichten over wat een goede scriptie is en wat er door mijn hoofd gaat als ik zo’n intakegesprek voer en een scriptie review lees. Waar let ik op en wat geef ik daarover terug aan de student. Het betreft mijn persoonlijke mening.

Intakegesprek

Het intakegesprek is een open gesprek van maximaal 20 minuten met twee studenten tegelijkertijd op het moment dat zij hun probleemstelling aan het formuleren zijn. Het doel van zo’n intake op dat moment is, aan het begin van het afstudeeronderzoek, om te checken of de student zijn eigen probleemstelling werkelijk begrijpt, of deze probleemstelling haalbaar is en uitvoerbaar is in het kader van een HBO afstudeertraject en of de kandidaat deze probleemstelling onderzoeksmatig en methodologisch overziet.

Past bijvoorbeeld deze probleemstelling bij deze student? Zie ik hem dat onderzoek tot een goed einde brengen? Heeft hij het netwerk en de kennis en vaardigheden, tijd en energie om de opdracht tot een goed einde te brengen? Past het onderzoek bij de opdrachtgever? Als voorbeeld waar dit niet paste: het voorstel om een feasibility plan te maken voor export van een tuincentrum in het de Utrechtse regio naar Latijns Amerika. Wat zou een relevantie van de opdracht zijn?

Snapt de student echt wat hij wil en zie ik hem dat doen? Dat is de kern van het intakegesprek. Wij voeren dit gesprek met twee docenten (die dat trouwens ook als een belangrijk leermoment ervaren) en het is onvoorstelbaar hoeveel je kunt bereiken in 10 minuten per kandidaat en hoeveel narigheid je kunt voorkomen door deze persoonlijke ontmoeting. Bovendien leren de studenten veel in de interactie want de gesprekken, zoals ik al zei, worden in groepen van twee studenten gevoerd.

Het intakegesprek is wat mij betreft een begeleidingsmoment voor de kandidaat, een cadeautje zeg maar. Het is geen formeel go/no go moment. Het is aan de student om dit cadeautje al dan niet uit te pakken.

De resultaten van dit ‘nieuwe instrument’ zijn erg positief gemeten aan de eagerness van studenten om deze te voeren. Mijn advies is om intakegesprekken als een officieel startmoment (kick off) van het afstudeertraject in het curriculum op te nemen.

Scriptie review

Waar let ik op in scripties? Analyse moet in de scriptie relevant en echt analyse zijn. Geen opsomming van stellingen zonder enkele vorm van samenhang en relevantie naar het bedrijf toe.

Het begint weer met de probleemstelling. Is die helder en heeft de student zijn eigen probleemstelling begrepen? Is de probleemstelling ook helder afgebakend? Staat de scriptie in dienst van de probleemstelling of moeten we hele romans door die er niets mee te maken hebben. Onderzoeksverslagen moeten functioneel zijn.

Heeft de kandidaat kennis en inzicht in de (actuele) literatuur en overige bronnen over het onderwerp? Klopt de keuze van de modellen met het onderwerp? Waarom zijn bepaalde modellen gekozen? Klopt de match? Is er een verantwoording? Alleen maar laten zien dat je het ‘Porter model’ kent is niet genoeg naar mijn oordeel. Je moet ook aannemelijk maken waarom deze theorie relevant is tegen het licht van je onderwerp.

Laat de student horizontaal denkvermogen zien? Kan hij breder kijken – en toch functioneel – naar de probleemstelling en de opdracht. Als iemand kijkt naar de invoering van social media bij krant X, verwacht ik dat hij ook even kijkt naar krant Y en Z en eventueel naar de next practice in andere branches. Ik denk dat ‘horizontaal denkvermogen’ ook maatschappelijk een buitengewoon praktische eigenschap. In onze informatiemaatschappij gaat het tenslotte heel vaak om verbanden leggen en patronen zien.

Een heldere, goed begrepen en duidelijk afgebakende probleemstelling, ingebed in theorie en bronnen en voldoende horizontaal vermogen zal uitmonden in een goede en goed verantwoorde onderzoeksopzet, een helder conceptueel model en duidelijke hoofd- en deelvragen. Een heldere interne logica van probleemstelling, onderzoeksopzet en conclusie zal bijdragen aan het positieve eindoordeel bij de examinatoren.

Dat een scriptie intern consistent is en dat bij uitdrukkingen als groter en kleiner even vermeld wordt ‘groter dan wat en kleiner dan wat’, lijkt me helder. Het zal het ordelijk denken en de kwaliteit van de aanbevelingen aanzienlijk verbeteren. De hoofd- en deelvragen zullen in het concluderend deel allemaal terug komen. Het moet tenslotte bewezen zijn dat ze allemaal beantwoord zijn. De cirkel moet rond. Het NVAO hanteert overigens vergelijkbare criteria.

Verdiepend hoofdstuk: net als de cadens in een klassiek pianoconcert

Het verdiepende hoofdstuk is waar de kandidaat echt heeft te laten zien wat hij kan. Net als de cadens in een klassiek pianoconcert. Het mag niet los staan van de probleemstelling en dient bij te dragen aan beantwoorden van de onderzoeksvraag dan wel gebruikte modellen toelichten.

Daarbij gaat het natuurlijk om meer dan overschrijven van studieboeken. Analyseren van wat er in andere boeken en publicaties (die niet op de verplichte literatuurlijst stonden) ten aanzien van het onderwerp staat,  staat hier centraal. Het gaat tenslotte ook om het over het eigen muurtje kunnen kijken. Belangrijk is dat de student in dit onderdeel daadwerkelijk van literatuur gebruikt maakt en niet enkele websites als bronvermelding noemt.

Overige opletpunten

In de eerste plaats is het belangrijk dat de instelling actief omgaat met de vraag of de goede docent deze student begeleidt.

Een docent Duits is waarschijnlijk geen goede scriptiebegeleider voor marketing onderwerpen en ook persoonlijke verhoudingen kunnen een rol spelen. Bespreek deze matching in het team en zorg voor professionalisering van de afstudeerdocenten. De examencommissie heeft hier, denk ik, een belangrijke toetsende rol.

Ten tweede: kwaliteit van de rapportage en correct taalgebruik is een formeel criterium.

Ik denk dat dit een terecht meetpunt is, te meer daar mensen die iets goed snappen doorgaans beter en eenvoudiger formuleren wat ze willen zeggen. Ook hier moet het docententeam in staat en er van overtuigd zijn, dat hun begeleiding ook bestaat uit het corrigeren van studenten die niet aan de criteria van correct taalgebruik voldoen.

Als derde: een ‘governance’ punt. Eigenlijk zou het management zich inhoudelijk niet moeten bemoeien met de inhoud en de beoordeling. Dat geeft in de praktijk altijd gedoe, omdat de inhoudelijke en bestuurlijke verantwoordelijkheden niet altijd in elkaars verlengde liggen.

Tot slot: afstuderen is een formeel en maatschappelijk buitengewoon belangrijk moment. Dat brengt en eisen en verplichtingen mee voor alle betrokkenen. Begeleiden en beoordeling dienen daarom duidelijk gescheiden te zijn.’

 

Leave a Reply